Trucks

Waar motoren worden geboren

Bezoek de Volvo-motorenfabriek in het Zweedse Skövde, waar alle motoren van Volvo Trucks worden gebouwd, en maak kennis met de technici achter de Euro 6-technologie.
Oven op de fabriek van Volvo Trucks.
Grondstoffen worden in de smeltoven ingevoerd op G1, een van de twee gieterijen bij de Volvo-motorenfabriek.

Fredrik Karlén klapt de beschermkap op zijn helm omlaag en brengt zijn slakkenhark in de open oven. Het gesmolten metaal heeft een temperatuur van 1500 °C en de medewerkers moeten zich aan strenge veiligheidsbepalingen houden. Dit is G1, een van de twee gieterijen bij de Volvo-motorenfabriek in het Zweedse Skövde. In G1 worden continu grondstoffen, zoals smeed- en gietafval uit de fabriek, boven in de smeltoven ingevoerd. Voor het verkrijgen van de juiste waarden in het gesmolten ijzer worden verschillende elementen als koolstof en silicium toegevoegd.  

Als goudgele rivieren stroomt het ijzer in de gietpannen, die vervolgens naar hun eindbestemming in de smeltfabriek worden gebracht: de gietovens voor cilinderkoppen en -blokken. Hier worden te midden van rook en vonken, in het gedempte licht van de smeltfabriek, de truckmotoren geboren. 

 

Elke vier minuten worden nieuwe grondstoffen in de smeltoven gekiept, en in de controleruimte houdt smelter Fredrik Karlén het proces in de gaten. 

“Om een goede motor te produceren, moeten onze waarden absoluut perfect zijn. In de gieterij kunnen de werknemers zich opwerken. De oudere medewerkers leiden de jongere op. Je begint als jongen die het ijzer aanvoert, daarna ga je een oven bedienen, en tenslotte kun je hier in de controleruimte terecht komen”, zegt Fredrik Karlén. Hij begon in 1994 op de assemblage bij Volvo Trucks en in 2009 ging hij naar de gieterij in G1.

De eerste gieterij in Skövde werd geopend in 1868. G1 werd operationeel in 1951 en vanaf augustus 2009 wordt het gietwerk in de veel modernere G2 verricht. Het werk is veeleisend, maar het verloop onder het personeel is laag. Er heerst hier een gevoel van vakmanschap en respect voor het ijzer. 

“Wat ons betreft, brengt de nieuwe Euro 6-motor niet veel veranderingen met zich mee. Onze specificaties voor de ijzerwaarden zullen veranderen, maar alles gaat door als gewoonlijk”, zegt Fredrik Karlén. 

Vanaf 31 december 2013 gelden in Europa de strengste emissie-eisen voor zware trucks tot nu toe. Dit betekent een aanzienlijke verscherping van de bepalingen. In vergelijking met Euro 5 is de uitstoot van stikstofoxiden (NOX) met 80% teruggebracht en de uitstoot van roetdeeltjes (PM) met 50%. Voor het eerst moeten de emissielimieten ook worden nageleefd ongeacht de weersomstandigheden en verkeerssituatie.

Om een goede motor te produceren moeten onze waarden absoluut perfect zijn. In de gieterij kunnen de werknemers zich opwerken. De oudere medewerkers leiden de jongere op.

Een van de grote uitdagingen voor Volvo Trucks was te voldoen aan de zware eisen, zonder afbreuk te doen aan andere, belangrijke kenmerken, zoals rijgemak, efficiency, brandstofverbruik en levensduur van de truck. 

“Als een truck stilstaat in de werkplaats omdat de emissietechnologie niet voldoet, is dat een kostenpost voor de klant. Daarom waren betrouwbaarheid en duurzaamheid uiterst belangrijke parameters voor Volvo Trucks bij het werken aan de Euro 6-motor”, zegt Mikael Karlsson, Chief Project Manager voor het gehele Euro 6-project bij Volvo Group Trucks Technology (GTT).

Bij het ontwikkelen kon Volvo Trucks profiteren van de ervaring in de VS, waar de emissienorm overeenkomstig met Euro 6 al werd ingevoerd in 2010. Trucks in de VS zijn onder andere voorzien van een gecombineerde EATS (uitlaatgasnabehandelingssysteem), een dieseldeeltjesfilter (DPF) en een katalysator, die de stikstofoxiden (SCR) vermindert. In combinatie met de bestaande Euro 5-motor van Volvo Trucks vormde deze technologie de basis voor de nieuwe Euro 6-motor.

“Eén verschil tussen onze oplossing in de VS en de keuze voor Euro 6 is dat we in de nieuwe motor de componenten in één demper zetten in plaats van twee”, verklaart Lars-Olof Andersson, Project Leader Combustion bij Volvo Group Trucks Technology (GTT). 

Een andere uitdaging vormde de eis dat de emissiewaarden nooit mogen worden overschreden, ongeacht de weersomstandigheden en de verkeerssituatie. De temperatuur van de uitlaatgassen varieert gewoonlijk, afhankelijk van of de truck leeg is of is volgeladen, in traag stadsverkeer rijdt of juist op overzichtelijke snelwegen. Om echter te zorgen voor stabiele emissieniveaus van stikstofoxide en deeltjes mag de temperatuur van de emissies nooit onder de 200 °C komen. Als de temperatuur te laag is, kan die worden verhoogd door middel van EGR (uitlaatgasrecirculatie). Dit houdt in dat de hete uitlaatgassen worden vermengd met verbrandingslucht en worden teruggevoerd naar de motor. De opnieuw verwarmde uitlaatgassen worden vervolgens door het nabehandelingssysteem gevoerd, waar de juiste temperatuur wordt bereikt.

“Als een truck stilstaat in de werkplaats omdat de emissietechnologie niet voldoet, is dat een kostenpost voor de klant. Daarom waren betrouwbaarheid en duurzaamheid uiterst belangrijke parameters voor Volvo Trucks bij het werken aan de Euro 6-motor.

Met Euro 6 wordt verder een intern systeem geïntroduceerd dat alle systemen en functies van de truck in de gaten moet houden. Een externe emissiecontrole is ook vereist. Elk jaar moeten truckfabrikanten een bepaald aantal trucks uit hun modelreeks testen. Deze test wordt uitgevoerd met een emissiemeter die is aangesloten op de uitlaatpijp. 

“De externe controle wordt uitgevoerd op een specifiek traject en in het daadwerkelijke verkeer. Er wordt met de trucks gereden onder verschillende verkeerssituaties, ook wel rijcycli genoemd. Bijvoorbeeld rijden op de snelweg, in het stadsverkeer en door heuvelachtig terrein”, aldus Nitin Patel, Director Combustion Systems bij GTT.

Euro 6 was niet zomaar een technische uitdaging. Er waren ook nieuwe assemblageoplossingen nodig op de motorenfabriek in Skövde. Er moesten nieuwe machines worden geconstrueerd en stations worden toegevoegd aan het assemblageproces. 

De gegoten motoronderdelen komen aan in de lichte, ruime assemblagehal, na te zijn bewerkt door robots. Op de assemblage is het bijna stil te noemen. Een paar machines doen zoemend hun werk en er klinkt zachte muziek uit een eenzame radio. Hier worden de motoren geproduceerd voor de trucks die over de hele wereld worden verkocht. De helft ervan bestaat uit Euro 6-motoren, die voornamelijk worden vervaardigd voor de Europese markt. De Euro 5-motoren die hier ook nog steeds worden geproduceerd, zijn bedoeld voor buiten Europa.  

“Met de komst van Euro 6 is het aantal artikelen gegroeid; de werkstations zijn omgevormd en we hebben een nieuwe werkwijze ingevoerd voor het behandelen van materiaal”, zegt Henrik Andersson, een assemblagewerker die betrokken was bij het ontwerpen van de nieuwe assemblagestations. 

De productie van de Euro 6-motoren is in een rustig tempo ingevoerd, omdat steeds aandacht werd besteed aan het bevestigen van het proces en het overwinnen van uitdagingen die ondertussen ontstonden. 

Wanneer de motor het laatste station bereikt, wordt die koud getest en naar de spuiterij gestuurd, waarna de voltooide motoren worden opgesteld in het magazijn in afwachting van transport naar de Volvo Trucks-fabrieken in Tuve en Gent. 

Daar is het koel, wellicht bijna koud te noemen en ver van de wereld vol vonken en vuur waarin Fredrik Karlén de slakken van een zoveelste smeltproces verwijdert. De oven staat 24 uur per dag aan en produceert 30 ton ijzer per uur voor in totaal 72.000 motoren per jaar. De ovens in de smeltfabriek op G1 krijgen nooit de kans om af te koelen.