St vd Brink zet zwaar in op CO2-reductie: “Volvo Trucks heeft ons daarin uitstekend begeleid”

In 2025 wil transporteur St vd Brink de helft minder CO2 uitstoten dan in 2020. Een ambitieuze doelstelling waarbij de vervoerder inzet op alle hulpmiddelen die er zijn. Voor de juiste energiemix heeft wagenparkbeheerder Sander Jansen daarbij heel veel steun van Volvo Trucks.

“Wij zijn al jaren bezig met het verminderen van onze footprint”, vertelt Jansen. “Er is tenslotte maar één aarde en daar moeten we heel zuinig op zijn. Dat is zeker de mening van de familie Van den Brink. “Zo begonnen wij al in 2012 met het rijden op LNG voor onze interregionale ritten, tanken we voor ons internationale verkeer op grote schaal HVO100 in onze dieselvoertuigen en zetten we LZV’s in voor meer efficiëntie. Maar daarmee is het laaghangend fruit wel geplukt. Om nu door te pakken hadden we meer expertise nodig. En dat is waar Volvo Trucks vol in beeld komt.”

Voor de volgende stap begon Jansen met een onderzoek, samen met brandstofleverancier BP en een ingehuurd bureau. “De doelstelling is om over drie jaar de CO₂-uitstoot ten opzichte van 2020 met de helft te hebben teruggebracht. En dan geen blabla: ons streven hebben we vastgelegd in een ISO-gecertificeerd proces. Een soort spoorboekje met daarin precies de stappen die we moeten nemen en wanneer, om de door ons beoogde reductie te halen.”

Met stip op één

“Het eerste dat ik vervolgens gedaan heb, is een inventarisatie maken van wat alle OEM’s zeggen wat ze kunnen en wat er komt. Want wij willen toch met de bekende merken iets doen voor de grootste bedrijfszekerheid. Uit die rondgang kwam Volvo Trucks met stip op één. Want het gaat om heel verschillende inzetten en dus ook een complexe energiemix. Dus niet alleen LNG en HVO, maar ook elektrisch. Volvo kan niet alleen leveren wat wij vragen, maar heeft ook het juiste netwerk voor de begeleiding van wat er daarbij op de achtergrond allemaal komt kijken.”

Al gauw kwam het tot de ondertekening van een intentieverklaring tussen Van den Brink en Volvo Trucks. “Vanaf dat punt zijn we écht aan de hand meegenomen en heeft Volvo ons langs alle aandachtspunten geleid en begeleid. Echt heel goed. Het begon met een onderzoek naar de beschikbare elektriciteit. Want we willen volgend jaar meer dan vijf elektrische voertuigen hebben rijden: zowel trekkers als bakwagens. De eerste twee moeten nog dit jaar komen. Maar we hebben ook samen bekeken wat we de komende drie jaar met onze LNG-voertuigen en met Bio-LNG kunnen doen, hoe dat eventueel met waterstof zit en waar we juist moeten blijven dieselen op HVO100. Want er is in deze transitie voorlopig niet één oplossing. Elke inzet is anders en daarmee krijg je ook verschillende keuzes van energiebron.”

De juiste mix

Bij St vd Brink zetten ze dus heel sterk in op een zo schoon mogelijke energiemix. En dat is precies wat ook Erik-Jan Slijkhuis van Volvo Trucks Nederland voortdurend uitlegt aan transporteurs. “Voor het internationale transport is er momenteel eigenlijk nog geen andere robuuste oplossing dan diesel of LNG. Maar je kunt wel net zoals bij St vd Brink overschakelen naar HVO100. Dan minimaliseer je in één klap je CO₂-uitstoot well to wheel met 89 procent en 100 procent van tank to wheel. Zonder dat je er iets voor hoeft te veranderen aan je bestaande wagenpark. Alle Volvo-motoren zijn geschikt voor gebruik van HVO. Voor het internationale en regionale verkeer zien wij LNG zeker niet als een transitiebrandstof die op korte termijn verdwijnt. Wij hameren sterk op een veel bredere inzet van Bio-LNG omdat je dat binnen de bestaande tankstructuren kunt inzetten en onze LNG-voertuigen daar zonder problemen op rijden. Voor de (stedelijke) distributie en het bouwtransport hebben wij een breed pakket elektrische voertuigen. Met vanaf nu ook trekkers.”

Om effectief elektrisch te kunnen rijden is wel veel meer nodig dan alleen een truck. “Om te beginnen de beschikbaarheid van elektriciteit”, aldus Slijkhuis. “Wij leveren een wallbox waarmee een transporteur zijn elektrische truck kan opladen, maar we voorzien niet in de aansluiting op het netwerk. Wel kunnen we helpen in het vooronderzoek naar de mogelijkheden. En niet zelden moet een transporteur ook zijn planning aanpassen op elektrisch rijden. Want, zeker als je alleen op de thuisbasis kunt opladen, moet je mogelijk veel efficiënter gaan rijden. Wij hebben daarvoor software ontwikkeld die zowel de hele routing kan analyseren als de planner helpt. Daartoe is de app opgenomen in Volvo Connect.”

Veel data aanleveren

“Ook bij ons heeft Volvo vooraf gedegen analyses van onze distributieritten gemaakt”, vertelt Jansen. “We moesten zoveel mogelijk data aanleveren. Maar dat heeft geloond. Wij blijken onze nationale distributie uitstekend elektrisch te kunnen doen. We krijgen uiteraard alle Volvo-software voor de ritplanning van de elektrisch aangedreven voertuigen maar zoals het er nu naar uitziet, hoeven wij niet veel aan te passen in de planning. Wel willen wij niet op dit niveau blijven hangen, want dit is pas het begin. We zijn nu al op allerlei fronten bezig met onze elektriciteitsvoorziening voor straks. Zo hebben we op het dak van onze vestiging in Wormerveer 3.000 zonnepanelen liggen. Daar willen we slim mee omgaan om te kunnen laden. Bij één van onze klanten hebben ze stroomcapaciteit genoeg. Daar willen we een laadstation gaan bouwen zodat we met onze elektrische voertuigen straks onderweg snel kunnen bijladen voor een nóg betere inzetbaarheid. En hier in Ermelo verwachten we van onze elektriciteitsprovider dat ze ons voldoende energie kunnen leveren.”

Volgens Sander Jansen zullen we wel moeten als we de voorgenomen energietransitie ook werkelijk gestalte en inhoud willen geven. “Daar moet je nu al volop mee bezig zijn. En dat is iets wat ze bij Volvo heel goed begrijpen.” Tegelijkertijd ziet Jansen dat de overheid nog wel wat steken laat vallen. “We zullen in onze energiemix alle soorten renewables moeten gebruiken, willen we kunnen voldoen aan de landelijke doelstellingen van de overheid. Dan zou je verwachten dat er harder gewerkt wordt aan de beschikbaarheid van bijvoorbeeld Bio-LNG en een landelijk netwerk om elektrische trucks snel te kunnen laden. We moeten tenslotte samen naar een groenere planeet.”