Trucks

Grenzen verleggen

De nieuwe VNL- en VNR-modellen van Volvo Trucks zijn uitgerust met de nieuwste functies voor voertuigtechnologie en chauffeurscomfort. Bovendien zijn ze gebouwd in een fabriek die toonaangevend is als het gaat om milieuvriendelijkheid.
In de NRV-fabriek
Bij de productie van de nieuwe Volvo VNL- en VNR-modellen heeft de fabriek in New River Valley de VOC-uitstoot (Volatile Organic Compounds) met meer dan 50% weten terug te dringen.

De afgelopen vijftien jaar is de Volvo Trucks-vestiging in New River Valley (NRV) getransformeerd in een modelfabriek voor energie-efficiëntie en verantwoordelijk afvalbeheer. Dit is niet onopgemerkt gebleven bij klanten van Volvo Trucks, vooral klanten voor wie de zorg voor het milieu een prioriteit is in hun eigen bedrijf.

“We richten ons op efficiency en duurzaamheid, omdat dat belangrijk is bij ons streven naar winstgevende transportoplossingen”, zegt Patrick Collignon, Senior Vice President, Group Trucks Operations for North American Manufacturing en voormalig manager van de NRV-fabriek. “Dat is de reden dat we zorg voor het milieu hebben ingebed in onze managementmodellen en besluitvormingsprocessen.”

De inspanningen van NRV voor het milieu begonnen nadat een groep medewerkers alle stromen voor vloeibaar en vast afval in de fabriek hadden geïnventariseerd en geëvalueerd. De medewerkers werden gestimuleerd om zoveel mogelijk afval te recyclen zodat minder afval naar de vuilstort werd afgevoerd.



Grotere stukken zoals karton en plastic worden samengeperst en in balen verpakt voordat ze worden gerecycled. Op meerdere plaatsen in de fabriek worden etensresten gecomposteerd en de cafetaria’s zijn overgeschakeld op composteerbare borden, kopjes en bestek. Bij de productie zijn de teams erin geslaagd het recyclebare materiaal onder te verdelen in 22 afzonderlijke recyclestromen. Zo worden oplosmiddelen voor verf opgevangen, gedistilleerd en omgezet naar de oorspronkelijke specificaties voor hergebruik in de spuiterij.

In 2009 legde het management van NRV de lat nog hoger.

“Onze belangrijkste prioriteit was het verlagen van ons energiegebruik. Dat jaar hielden we onze eerste energiespeurtocht”, vertelt Collignon. “De beste energie is energie die je niet nodig hebt. Het was een leuke manier om iedereen erbij te betrekken.”



Medewerkers reageerden met het indienen van honderden ideeën voor energiebesparing, van eenvoudige oplossingen als het uitschakelen van de automatenverlichting tot het stroomlijnen van assemblageprocessen. Langs de oprit naar de hoofdingang werden zonnepanelen geplaatst. Door nieuwe dakramen was er minder kunstlicht nodig. Waterkokers op zonne-energie werden geïnstalleerd op plaatsen zoals cafetaria’s en kleedruimten.

Door deze en andere initiatieven ontving NRV als eerste vestiging in de VS een dubbele certificering van vooraanstaande internationale en nationale instanties voor milieubeheer: de ISO 50001-standaard en de platina-erkenning van het Superior Energy Performance-programma van het Amerikaanse ministerie voor energie.

NRV is er naast de energiebesparingen ook in geslaagd om de hoeveelheid afgevoerd afval tot nul terug te brengen. Dit betekent dat 100 procent van het geproduceerde fabrieksafval wordt gerecycled, gecomposteerd of omgezet in elektriciteit.

In 2014 heeft de fabriek een van de meest ambitieuze doelen tot nu toe gerealiseerd: de overschakeling op CO2-neutrale elektriciteit. Alle elektrische stroom voor de fabriek is nu afkomstig van methaangas dat wordt geproduceerd op 13 lokale vuilstortplaatsen.

Samen met de cabine wordt ook een klein metalen paneel gespoten, wat een belangrijk onderdeel vormt voor de kwaliteitscontrole. Wanneer het gereed is, wordt het paneel naar het verflab gebracht. Daar wordt het in een spectrofotometer geplaatst en vergeleken met de masterkleur van de hoofddatabase. Omdat veel kleuren en tinten erg op elkaar lijken, kan een kleine afwijking al snel onopgemerkt blijven voor het menselijk oog. Als de spectrofotometer geen discrepantie waarneemt, keert de cabine terug naar lijn om nogmaals te worden gespoten.

“We zoeken steeds de grenzen op van wat mogelijk is”, zegt Collignon. “Tegelijkertijd kijken we naar de financiële gevolgen en erkennen we dat wat op de ene locatie werkt, ergens anders misschien geen optie is.”

Het streven naar meer efficiency bij NRV is ook duidelijk te zien op de werkvloer. Net voor de productie van de nieuwe VNL en VNR is de fabriek overgestapt op een geavanceerde spuittechnologie om overspray te voorkomen. Bij het nieuwe bedieningsproces is geen water nodig en wordt 60% minder energie verbruikt dan voorheen. Gepoederde kalksteen vangt de overspray op. Daardoor zijn er geen lakresten die moeten worden verwerkt en het kalkafval wordt hergebruikt in de cementproductie. 

Door de nieuwe spuiterij en de aanpassingen is de VOS-uitstoot ((vluchtige organische stoffen) per truck met meer dan 50% gedaald. In de nieuwe spuiterij zijn verder nieuwe spuittechnologieën geïntroduceerd waardoor minder lak per cabine nodig is.

De productieteams hebben geprofiteerd van de nieuwste geavanceerde fabricageprocessen om tijd en energie te besparen. NRV heeft onlangs meer dan 50 nieuwe lasrobots in bedrijf genomen in de carrosseriewerkplaats en de 3D-printtaken uitgebreid. Deze kunnen onderdelen veel sneller produceren dan de traditionele machinebewerkingen.

“Onze energie-uitdaging omvat meerdere lagen”, zegt Collignon. “De eerste is het gedrag van mensen, zoals het uitdoen van lampen wanneer je een ruimte verlaat of het niet te lang stationair laten draaien van een truck. De tweede is het kijken naar onze fabricageprocessen. Hoe meer ogen naar een proces kijken, hoe meer op bepaalde zaken wordt gewezen en hoe eenvoudiger het is om oplossingen te vinden.”

Als we echt een slag willen maken als het gaat om milieuvriendelijk werken, hebben we een krachtige ondersteuning van het management nodig, de juiste systemen, een geschikte technologie en een grote betrokkenheid van iedereen.

De fabriek wilde de voortgang in de energiebesparing volhouden en deed daarom in 2011 mee aan het Save Energy Now-programma van het Amerikaanse ministerie van energie. Het doel was een energiebesparing van 25% in 10 jaar, een doel dat NRV in slechts één jaar ruimschoots heeft behaald.

Momenteel zoeken de medewerkers naar nieuwe milieudoelen. Er wordt gezocht naar hernieuwbare energiebronnen ter vervanging van het aardgas dat nu voor de verwarming wordt gebruikt. Ook doet het team onderzoek naar manieren om stroom op te wekken om te besparen op energiekosten.

“Als we echt een slag willen maken als het gaat om milieuvriendelijk werken, hebben we een krachtige ondersteuning van het management nodig, de juiste systemen, een geschikte technologie en een grote betrokkenheid van iedereen”, aldus Collignon. “Ik ben trots op wat we al hebben bereikt en ik kijk uit naar de volgende grote doorbraak.”

Noot van de redactie: Met ingang van 1 oktober bestaat in Noord-Amerika een nieuwe organisatiestructuur om de flexibiliteit te verbeteren en te voldoen aan de lokale eisen. Franky Marchand, vice-president van de vestiging in New River Valley, rapporteert aan het GTO Executive Management Team en de executive vice president Jan Ohlsson. Patrick Collignon (afgebeeld) krijgt een nieuwe taak binnen de Volvo Group.

Fabriek New River Valley

Bouwt de modellen VNL, VNR, VNX, VHD en VAH.
2.400 werknemers.
149.000 vierkante meter onder dak.
Maakt gebruik van CO2-neutrale elektriciteit sinds 2014.
Nulstatus voor afval sinds 2013.

Anderen bekeken ook

Laatste nieuws

Latest Press Release