Het aantal openbare laadstations dat specifiek is ontworpen voor zware vrachtwagens, zal de komende jaren snel groeien. Daarbij wordt het ook steeds vaker mogelijk om gebruik te maken van snelladers. Voor bedrijven zal het hierdoor makkelijker worden om elektrisch te gaan rijden.
Het aantal openbare laadstations voor elektrische vrachtwagens groeit. En dat is maar goed ook, want tot nu toe waren bezitters van elektrische vrachtwagens vaak beperkt tot het 's nachts opladen van de trucks op hun eigen terrein.
Dat zal nu snel veranderen. Europese regio’s zoals Scandinavië, Centraal-Europa en de Benelux, zetten volop in op de ontwikkeling van openbare laadpleinen. Het maakt het volledig elektrisch rijden van vrachtwagens langs alle belangrijke wegen en snelwegen mogelijk. Trends in de sector laten zien dat het aantal laadpunten nu snel toeneemt.
"De openbare laadinfrastructuur voor batterij-elektrische vrachtwagens groeit momenteel hard", zegt Dr. Patrick Plötz, coördinator van de Business Unit Energy Economy, Fraunhofer Institute for Systems and Innovation Research ISI in Karlsruhe, Duitsland.
“Verschillende betrokkenen uit de sector bouwen openbare laadstations en -punten in heel Europa. Ook truckdealers en transportbedrijven. Het netwerk is nog niet voldoende, maar we zien dat de ontwikkelingen heel snel gaan nu. Binnenkort zullen er wekelijks openbare laadstations opengaan", zegt hij.
De openbare laadinfrastructuur voor batterij-elektrische vrachtwagens groeit momenteel hard. Binnenkort zullen we elke week openbare laadstations zien openen.
Patrick heeft meer dan tien jaar onderzoek gedaan naar de elektrificatie van transport. Hij is betrokken bij diverse onderzoeksprojecten - waaronder het HoLa-project, met als doel vier laadstations met megawattcapaciteit langs de snelweg A2 tussen Berlijn en het Ruhrgebied.
Hij heeft ook bijgedragen aan het vormgeven van de vereiste openbare laadinfrastructuur voor batterij-elektrische vrachtwagens in Duitsland en in Europa. Hij is van mening dat nieuwe overheidsregelgeving, gecombineerd met verhoogde investeringen uit zowel de publieke als de private sector, de uitbreiding van publieke laadnetwerken in de komende jaren zal versnellen.
"Aan de ene kant zien we veel activiteit aan de kant van de overheid, zoals de EU-regelgeving voor infrastructuur voor alternatieve brandstoffen. En aan de andere kant zien we veel industriële activiteit. Zoals oliemaatschappijen die zich realiseren dat ze niet voor altijd diesel zullen kunnen verkopen. Dus investeren ze in plaats daarvan in bijvoorbeeld het opladen van elektrische vrachtwagens."
"En dan is er nog Milence. Deze joint venture van drie grote OEM's van trucks in Europa is van plan is om tegen 2027 ruim 1.700 oplaadpunten te bouwen. Samen zorgen al deze activiteiten voor een boost van de uitbreiding van openbare laadinfrastructuur."
Zoals in de vorige alinea al kort genoemd, is onlangs is in de EU de Verordening betreffende infrastructuur alternatieve brandstoffen aangenomen - ook bekend als AFIR.
Deze verordening verplicht de EU-lidstaten om beleid te maken voor het aanleggen van laadinfrastructuur. Het verlangt dat rond 2030 op elke 60 kilometer langs het trans-Europese kern-transportnetwerk (TEN-T-kernnetwerk) een laadpunt voor zware elektrische voertuigen geplaast moet worden. En elke 100 km op het algemene TEN-T-netwerk, dat de belangrijkste vervoersverbindingen tussen de grote steden en economische centra van de EU omvat.
"Om deze doelstellingen te halen, zullen de Europese lidstaten tegen 2030 in heel Europa 3.000 openbare laadstations moeten bouwen. Die moeten dan uitsluitend bestemd zijn voor vrachtwagens, met een totaal van ten minste acht gigawatt aan laadvermogen", zegt Patrick. "Het is erg ambitieus, maar ik denk dat het haalbaar is. Ik verwacht dat de meeste lidstaten deze doelstellingen op zijn minst dicht zullen benaderen, en dat sommige landen deze zelfs zullen overtreffen."
De standaard voor het opladen van vrachtwagens is op dit moment Combined Charging Systems (CCS). Doorgaans kent dat een vermogen tussen de 50 en 400 kW.
Daarnaast is Megawatt Charging Systems (MCS) in opmars, met een laadcapciteit tot circa 1.000 kW. Dat is genoeg om in 30-45 minuten zo'n 300-400 km extra actieradius toe te voegen aan een elektrische vrachtwagen voor lange afstanden.
Door de tijd die nodig is om op te laden fors te verkorten, maakt MCS een bredere inzet van elektrische vrachtwagens mogelijk en zal het voor meer bedrijven gemakkelijker worden om over te stappen op elektrische trucks.
Maar wanneer kunnen we deze snelladers dan vewachten? De technologie zelf is al bewezen op demonstratielocaties en in proeven. De laatste hindernis vóór de commercialisering, is het afronden van de technische standaarden die deze laadtechniek ondersteunen. Naar verwachting is dit eind 2024/begin 2025 voltooid. Patrick verwacht snel daarna de opening van de eerste publieke MCS-laadstations.
"Ik denk dat we de komende vijf jaar laadstations zullen zien met een mix van CCS- en MCS-laden. In eerste instantie zullen het vooral CCS-laders zijn, omdat deze makkelijker verkrijgbaar en sneller uit te rollen zijn. MCS-laders zullen geleidelijk aan het systeem worden toegevoegd."
Hoewel MCS-laden vrijwel zeker een game changer gaat zijn voor zeker het langeafstandstransport, zou het groeiende CCS-netwerk voor een groot deel van de elektrische vrachtwagens al meer dan voldoende moeten zijn.
"Niet elke elektrische vrachtwagen hoeft in megawatt te worden opgeladen", legt Patrick uit. "Als je kijkt naar de dagelijkse afstanden die de meeste voertuigen afleggen, dan heeft het grootste deel niet meer dan 350 kW nodig. Ervan uitgaande dat we blijven opladen tijdens de verplichte pauze van 45 minuten van chauffeurs, zijn het vooral elektrische vrachtwagens voor lange afstanden die gebaad zijn bij Megawatt-chargers. Bij kortere ritten is minder laadvermogen voldoende om volledig bij te laden."