Drink een blikje Red Bull, Coca-Cola, Jupiler of Fanta en de kans is groot dat het is vervoerd in één van de Volvo-trucks van CSE. De logistieke dienstverlener heeft een extreme focus: transport en opslag van lege blikjes. Drie jaar geleden besloot het bedrijf, dat sinds de oprichting duurzaamheid bovenaan de agenda heeft staan, het wagenpark volledig CO2-neutraal te maken. Met negentig trucks een behoorlijk ingrijpende beslissing, bekent Vos. “Dat is typisch CSE: als we iets doen, doen we het goed. We zijn het de volgende generatie verplicht nu deze stap te maken en dat kost geld inderdaad, maar niets doen is geen optie.”
Vos, die in juni werd verkozen tot Osse Ondernemer van het jaar, begon in 2010 met een vloot van vijfentwintig vrachtwagens waarmee toen nog diverse goederen werden vervoerd. Al snel legde CSE met vestigingen in Oss, Weert en Born, zich volledig toe op het vervoeren van drankblikjes van en naar blikjesproducenten in de Benelux. Inmiddels is het gegroeid naar een bedrijf met 250 medewerkers, 100.000 vierkante meter warehouse waar ruim 1,2 miljard blikjes in allerlei kleuren, vormen en maten liggen opgeslagen en een wagenpark bestaande uit 90 auto’s, allemaal Volvo-trucks. “Het is nooit mijn ambitie geweest om zo hard te groeien, dat ging vanzelf,” verklaart Vos, die dankzij een zeer hoge medewerkersbetrokkenheid geen moeite heeft met het aantrekken van personeel. “Onze medewerkers zijn het verlengstuk van het bedrijf. We hebben elkaar nodig, dus ik probeer goed voor hen te zijn met bijvoorbeeld een eigen gym met personal trainer.”
Drie jaar gelden werden er in één keer 75 Volvo LNG-trucks aangeschaft, die gingen rijden op Bio-LNG dat wordt gewonnen uit afvalstromen. De hoge gasprijzen, die snel daarna volgden, had Vos van te voren ingecalculeerd en neemt hij op de koop toe. “We waren ons ervan bewust dat gasprijzen kunnen fluctueren. Gelukkig zijn de prijzen na de crisis ook weer snel gedaald en dankzij de bijzondere techniek van de Volvo (Bio-)LNG-motor verbruiken onze LNG-trucks nog steeds minder dan die op diesel rijden.”
De Volvo FH (Bio-)LNG-motoren zijn gebaseerd op dieselmotortechnologie. Dit is uniek in de wereld van zware trucks. Deze technologie met directe injectie biedt een aanzienlijk hoger rendement dan andere alternatieven voor LNG-motoren wat resulteert in een hoger vermogen, meer koppel en een lager brandstofverbruik.
Vos ziet (Bio-)LNG als transitiebrandstof naar elektrisch transport en wil de komende jaren alle gasauto’s vervangen voor volledig elektrische voertuigen. De transitie begon met twee, die uitvoerig werden getest, en al snel werd uitgebreid naar vier stuks. “Inmiddels zijn we klaar om op te schalen. Er komt zo veel bij kijken, waardoor het onmogelijk is in één keer over te stappen. Het is echt pionieren en daar houd ik van,” zegt Vos.
Voor beide technieken, (Bio-)LNG en elektrisch, vertrouwt CSE op Volvo Trucks. “Om succesvol te verduurzamen, heb je de juiste partners nodig,” verklaart Vos. “We hebben niet alleen een goede relatie met Volvo Truck-dealer BAS Truck Center in Veghel, ook de lijntjes naar de importeur en de fabriek zijn kort. Dat werkt prettig en zeker met nieuwe producten is die samenwerking onmisbaar. We zijn zeer gecharmeerd van het merk, dat mijns inziens tot de topmerken behoort. Veel beter gaat het niet worden.”
De vier Volvo FH Electric-trekkers die CSE in gebruik heeft, worden ingezet voor vaste pendeltrajecten in een straal van veertig kilometer rond het warehouse in Weert. De 4×2 trekkers zijn voorzien van zes accupakketten die in de praktijk voldoende zijn voor een actieradius van ruim 350 kilometer. Alle vier de voertuigen zijn goedgekeurd als Langere en Zwaardere Vrachtwagencombinatie (LZV), waarmee CSE aantoont dat LZV-inzet met een elektrische vrachtwagen mogelijk is. De voor de elektrische aandrijving aangepaste I-Shift-versnellingsbak zorgt voor een comfortabele rijervaring. “De chauffeurs zijn laaiend enthousiast,” bekent Vos. “Het is onvoorstelbaar hoeveel power er in de trucks zit.”
Teneinde de elektrische trucks gedurende vijf dagen per week, vierentwintig uur per dag inzetbaar te houden, worden de accu's opgeladen tijdens het laden en lossen. De locaties in Born en Weert beschikken beide over een zonnedak met een oppervlakte van ruim 100.000 vierkante meter die de laadpleinen van stroom voorziet.
“Onze warehouses, de bedrijfsauto’s van medewerkers, onze heftrucks; we zijn volledig emissievrij. De elektriciteit die we zelf opwekken, is ruim voldoende om dit allemaal van stroom te voorzien. Dat biedt ons de mogelijkheid om de elektrische vloot op te gaan schalen.”
De stroom die CSE over heeft, wil Vos beschikbaar stellen voor andere collega-bedrijven in de buurt. “Verduurzamen omvat veel dan alleen een elektrische truck aanschaffen, het is complexer dan iedereen denkt. We zullen elkaar moeten helpen. Het creëren van een uitgebreid netwerk van openbare oplaadpunten zie ik als een belangrijke rol van de overheid, waar Den Haag zo snel mogelijk mee aan de slag moet. Je kunt wel subsidie geven op vrachtwagens, maar als de stroom er niet is, kom je niet ver.”
Hogere aanschafkosten van elektrische voertuigen, de installatie van zonnedaken, laadinfrastructuur; Vos erkent dat de kosten van zijn visie hoog zijn. Toch krijgt CSE elektrisch rijden nu al rond gerekend, onder andere door te handelen in Hernieuwbare Brandstof Eenheden (HBE). Bovendien kunnen met elektrische voertuigen de Duitse MAUT-tarieven, die vanaf 1 december 2023 sterk verhogen en afhankelijk worden van de VECTO-score, omzeilt worden. “Je moet wel ‘out of the box’ kunnen denken", besluit Vos, die zelf graag buiten de lijntjes kleurt. "Alleen dan kom je verder."
Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd door TTM.nl magazine in editie #5 2023.